Equine Metabolic Syndrome (EMS)

Belangrijkste kenmerken

Naast de drie belangrijkste kenmerken van EMS, zoals obesitas, insulineresistentie en (subklinische) hoefbevangenheid, zijn er nog verschillende aanvullende factoren om rekening mee te houden. Deze omvatten hypertriglyceridemie, verstoorde voortplantingscycli bij merries, hyperleptinemie, seizoensgebonden schommelingen in de arteriële bloeddruk en verhoogde systemische ontstekingsmarkers die verband houden met obesitas.

Body Condition Score (BCS)

Obesitas of overgewicht bij paarden verhoogt het risico op insulineresistentie en hoefbevangenheid.

Je kunt onze richtlijn gebruiken door op de onderstaande knop te klikken om te controleren welke Body Condition Score (BCS) jouw paard heeft.


  • Efficiënt gewichtsverlies bij paarden die op gras staan, kan worden bereikt door het gebruik van graasmuilkorven en/of door de lichaamsbeweging te verhogen.
  • Gewichtsverlies bij paarden die in een stal of droge wei staan, kan worden bereikt door een gemeten hoeveelheid hooi met een laag NSC-gehalte te voeren.
  • Voedingsschema’s die uit 100% ruwvoer bestaan, zijn niet compleet. Help je paard met een uitgebalanceerd en geschikt vitamine- en mineraalsupplement of laag-NSC balancer pellets.
  • Het behandelen van obesitas is relatief eenvoudig en houdt doorgaans in dat de calorie-inname wordt verminderd door een gemeten hoeveelheid geschikt ruwvoer te voeren en/of graasmuilkorven te gebruiken en/of de calorieverbranding door middel van lichaamsbeweging te verhogen.
  • Paarden met hoefbevangenheid hebben een optimale inname van eiwitten, energie, mineralen en vitamines nodig om de hoefgroei te maximaliseren, maar een hoge concentratie NSC in het dieet moet worden vermeden.
  • Om herhaling van obesitas na gewichtsverlies te voorkomen, moet je de lichaamsconditie monitoren en het voeder- en managementprogramma aanpassen om de juiste lichaamsconditie te behouden.
  • Sommige paarden met EMS kunnen nooit meer op gras worden gezet omdat ze seizoensgebonden veranderingen in het grasvoedingsgehalte niet kunnen verdragen. Een paard dat opnieuw hyperinsulinemie ontwikkelt wanneer het opnieuw op gras wordt gezet, moet permanent in een droge wei worden gehuisvest en een gemeten hoeveelheid geschikt ruwvoer worden gevoerd.
  • Het voer, inclusief hooi, moet op gewicht worden gegeven, in plaats van op volume.